1. we scrabbelen met diagnoses
van psychiaters en psychologen
van cardiologen en ecologen
dialogen zonder ogen
we traceren onopgemerkte burgeroorlog

2. we scrabbelen met diagnoses
van verbeten vredestichters
van dichters en priesters
en misbruik van het collectieve vergeten
het opnieuw herinneren en – doodbloeden -
van vergeten lichaamssap-grappen
stelp ze voor ik pisnijdig word op de wereld

3. we scrabbelen met diagnoses
de letters roepen luid en schuilen
onder zinnen waarvan we hopen
te vergeten dat ze ooit zijn uitgesproken
waarheden vermenigvuldigen zich in spreekwoorden
de zinnen worden scherper, standvastiger
onze benen die huilend blijven rechtstaan

4. we scrabbelen met diagnoses
5. onze vocabulaire wordt delicater









we ijsberen doorheen de klimaatopwarming
dat
zorgt voor bomen die branden we zien het bos niet meer
in onze voetnoot van het tijdperk waar het mensen in cirkelcrisissen spookt
het salaris van de wereldverbeteraars doet zijn dodentocht

wij zijn: de consumenten van de generatiekloof
wij zijn: de gestolen huisvrouwfiguren die zichzelf
herkauwen van een huishouden dat giert én kruipt én huilt
bij het bewandelen van kantlijnen in de randen van de kansloosheid
als een klaagzang dat enkel leeft in lijnen die zichzelf van kant maken
het maalt er: radslagen in de draaimolen van depressies
wij zijn de: stroom van het einde waarin
onze ogen tranen voorbij de depressiedouane
le monde est foutu want de klimaatpoëzie cirkelt
vierkant in het tijdperk dat pretpark-kannibalisme opeist
le monde est foutu:
wij zijn de stroom van het einde









ik verberg mij achter mijn alter ego: achter de femme fatale – de diva
de objectivering ga ik niet tegenin
integendeel ik baad in objectivering

aanschouw mij hol
aanschouw mij - vol van leegte –
aanschouw mijn begrenzingen:

mijn lichaam
mijn baarmoeder
mijn geslacht
mijn herkomst

ik kies voor het imago van rode lippen
de status van de kortgerokte benen

jàwel: ik heb het ijskoud met mijn blote benen
de ijzigheid sluipt hem niet in het weer want:
klimaatopwarming
de ijzigheid sluipt hem in de waarnemingen

ik ben eenzaam met mezelf en mijn benen
ik verberg mij achter mijn alter ego
maar er is enkel ego ik zweer het











vanaf nu: gaan alle woorden onder nul
stel je voor wij zijn de stroom van het einde
stel je voor je voelt je in balans
stel je voor je voelt je goed
stel je voor we begraven onszelf
een handleiding voor levenslust
de omvang van woorden gemeten
en het omhulsel van mijn lichaam is te klein
te tenger te slank te mager
te fragiel om getroost te worden
ogen die tranen en stromen
voorbij de depressiedouane
en de groenten die we snijden
met teerhanden
wie we zijn als we opstaan
wie we zijn als het bergafgaat
wie we zijn als we ontstaan uit leed







ik denk nog aan A ik denk nog aan W ik denk nog aan K
ik denk nog aan het kind dat huilt in bed
ik denk herdenk vind jullie opnieuw uit
maar dan telkens anders want ook jullie laten sporen na
zo ruik ik de volgende ochtend nog steeds je geur aan mijn handen

wie we zijn wanneer triest te snel of net niet te traag te groot is in omvang
dat het belangrijk is om iets te voelen en
hoeveel synoniemen bestaan er van seks

hier houdt de esthetiek op van links naar rechts van kwaad naar zomer
stel je voor wij zijn de stroom van het einde
het virus verleent zijn proza
de stad kent een gebrek aan poëzie
en je hoort het tot het dorp hiernaast
het horen voelbaar verstorend vastklemmen en
lucht dat zich niet eerlijk verdeelt
aan mijn nooit bestaande dochters
de wereld is naar de knoppen
le monde est foutu
zure naklanken zinderen vooruitzichtloos
aan mijn nooit bestaande dochters
EEN: baad in kwaad zonder iets over te laten
wees grauw en gerust ik kartel de wrange moppen
de benen die schuilen ik laat ze niet stelen van het
mens die onder stoelen en banken schuilt
TWEE: vrouw zijn is een noodzaak
dus laat je borsten rusten
wieg ze op de maat van het kwaad
DRIE: adem door je buik
- op hoogdagen –
hou alles soepel
hou alles gladgestreken
in de afwijking is er geen plaats
voor ongestreken plooien

le monde est foutu
want hier in dit zwarte binnenland heerst hardnekkig zelfmedelijden
ik, jij, wij: we smeken om herkenning bij onze vaders
het patriarchaat sluit nauw: het spant
sleept aan
we heupen onze wiegen en wiegen onze zorgen
die schuren tegen zware muren, de verstening van het schuren
laat ons stuiten op kapotte knieen en artrose van het glazen plafond
ik, jij, wij we stoten op de verkeerde geslachten
want er is liefde voor de leegte die krast en de leegte
van de liefde krast ook kraak
het bot kruipt krom
knarstanden op de tanden van het nakijken
de lucht gevuld met nachtverdriet

ik jij wij: gratis, vrijgevochten en kortgerokt
wij zijn gehaaste westerse individuen vooral op zaterdagen
vol apenstreken zoals politieke rokken stelen
vrijgevochten wordt kromgevochten want
we gaan gebukt onder het uitkleden van de empathie
wanneer onze rokken niet onder de radar blijven van
oud wit rechts
seksistisch conservatief wint de burgerkleren van de diva

Ik, jij, wij: wij zijn de carriërevrouwen die zichzelf herkauwen van een huishouden dat giert en kruipt en huilt

Crisis voor iedereen en ik, jij, wij: we hollen onze darmen uit met allesbehalve godsdienstige consumpties; ALCOHOL Dé enige godsdienst van de eeuw en het stroomt voorbij

ik, jij, wij we blijven en bewandelen in kantlijnen de randen van de kansloosheid als een klaagzang dat enkel leeft in lijnen die zichzelf van kant maken.
WE maken radslagen_________tot het patriarchaat

IK BEN EEN LICHTGEWICHT MAAR koninginnen onze demonen zijn dat niet.

We willen niet dat jullie kijken, bezwijken, lachen, wachten; onze waarde ontkrachten.
We willen niet dat je ons nakijkt we willen niet dat je plaatsneemt, bier geeft, uitkleedt in onze dromen ons opnieuw vastneemt
WE maken radslagen tot het patriarchaat.

Onder vers verdriet dat versteend en verhard
wordt de vocabulaire gevaarlijker
wordt de bourgeoisie lelijker

we scrabbelen met diagnoses van psychiaters en psychologen
van dichters en priesters en misbruik van het collectieve vergeten.
stelp mijn lichaamssappen voor ik pisnijdig word op de wereld en geef me nog even

een kus voor je vertrekt
laat mij een liefdesbrief na
bemin mij met woorden en daden
steel mijn waardigheid
laat niks over voor concurrentie
laat de puinhoop van start gaan
draag je destructiviteit met trots
laat ons kussen voor vertrek
laat ons lief zijn en mannen negeren
laat ons gerust maar bemin ons
wanneer libido’s honger krijgen door het stilzwijgen van de objectivering

ik schreeuw destructief feminisme

Aan mijn nooit bestaande dochters: de wereld is naar de knoppen, de mannen blijven luider worden en hebben net als elk huis_hun kruis we huilen over datum want we vragen herkenning maar stuiten op afwijzing en het prijskaartje van gelijk-zijn

in dit huis is er mis die aanvriest______vrieskou die opdringt
de dualiteit van de vulgariteit
de hiërarchie van het nakijken

Er heerst slipgevaar met hardnekkig karakter,
ik heb het over het zure nazinderen van het nafluiten
over de vloer die meer plakt op het werk dan thuis
ik heb het over de stroom van gewonde verhalen,
OVER: rokken onder banken steken
plekken maagdelijk ontgroeien
het uitkleden van geslachtsdelen
onvergeeflijk luidop treuren
angst in de huizen van mijn vriendinnen
over willen spelen – zonder voorwaarden

de radslagen tot het patriarchaat
- verleden huilend opnieuw produceren en in het buitenland
dezelfde onmacht
- gewoon andere hakken die ze betreden

ik heb het______ over het zwembad die noodgedwongen verdrinking van het patriarchaat en niet_____van haar




























we traceren onze geboortestad
om te constateren dat helen
een mythe is geworden

virussen in de huizen
vechtpartijen in de gezinnen:
het leedvermaak waar ik over schrijf

de stadsfiguren en hun kansloosheid
de erotisering van generatiekloven

iedereen is ziek en we vinden het niet erg
dat iedereen verliefd wordt op te oud of te jong
mannen geven zich over:
de trein komt vaak
te laat
net op het moment je moord en brand schreeuwt
op tijd te willen zijn in jouw aanwezigheid

dat iedereen aandacht opeist om over zichzelf te praten
en je liever je mond had thuisgelaten. maar ik ben een vrouw die gretig toegeeft aan je orders want zo simpel is het om bemind te worden.
dit is geen vrij land, geen enkele dynamiek ontsnapt aan rangorde of dodentocht van het worden zijn wie je wil zijn. de operatie van stadsfiguren is mislukt. grove sprookjes en mythes weerhouden je van slaapmedicatie. je kiest om in de voetnoot te leven maar de koptekst wordt ondermijnd; het regent in je hoofd; je lichaamssappen:

met sneeuw. Onderhuids: diep in de neus van de nacht. gaten worden gesperd. de cilinders krijgt functie vanaf bepaald uur. escapisme dat vijftig kleuren kost. toeristen doen hun toer. het startsignaal doet zijn intrede. start van de neus. eindigt verder dan empathie kan. ijskoud; wit; ergens diep van binnen; iets verloren; het breekt. verbrijzelt iets. muziek draait vierkant én cirkelt door het lijf. de grap van de nabijheid krijgt zijn erkenning met dierlijke ogen. blauw maakt plaats voor zwart. ze krioelen niet met elkaar. hier is geen enkel mens nabij. de substantie vestigt zich. onherroepelijk; ik voel het ook in mijn zwart land.
de lat hoger: dikker: vaker leggen. de tentakels van het feestmaal.